Waterschapswet
Artikel 122f
1
Voor de heffing geldt als heffingsmaatstaf de vervuilingswaarde van de stoffen die in een kalenderjaar worden afgevoerd, waarbij de vervuilingswaarde wordt uitgedrukt in vervuilingseenheden.
2
Eén vervuilingseenheid vertegenwoordigt met betrekking tot:
a
het zuurstofverbruik het jaarlijks verbruik van 54,8 kilogram zuurstof;
b
de gewichtshoeveelheden van de groep van stoffen chroom, koper, lood, nikkel, zilver en zink 1,00 kilogram;
c
de gewichtshoeveelheden van de groep van stoffen arseen, kwik en cadmium 0,100 kilogram;
d
de gewichtshoeveelheden van de stof chloride 650 kilogram;
e
de gewichtshoeveelheden van de stof sulfaat 650 kilogram;
f
de gewichtshoeveelheden van de stof fosfor 20,0 kilogram.
3
Het algemeen bestuur kan bij verordening bepalen dat:
a
de gewichtshoeveelheden met betrekking tot één of meer van de in het tweede lid, onderdelen b tot en met f bedoelde stoffen niet worden onderworpen aan de heffing;
b
het aantal vervuilingseenheden met betrekking tot de gewichtshoeveelheden van één of meer van de in het tweede lid, onderdelen b tot en met f bedoelde stoffen:
1
tot minimaal nihil wordt verminderd op een door hem vast te stellen wijze;
2
op nihil wordt gesteld indien dit aantal, na toepassing van het bepaalde krachtens de onderdelen a en b, niet uitgaat boven een door hem vast te stellen aantal vervuilingseenheden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.